“Waar wacht je op?”, vraagt Alexine vanaf de andere kant van het water. “Je kunt er ook omheen lopen…”. De toon in haar stem bevat een vleugje irritatie, gevoed door mijn besluiteloosheid. De woorden van Alexine hangen in de lucht terwijl ik de situatie nogmaals analyseer. Ik ben ervan overtuigd dat ik wel over het water kan springen, maar over de landing ben ik minder zeker. Ik stel me voor dat ik precies land op de overgang van modder naar aarde, waar de grond minder vochtig is maar ook des te gladder. Ik zie mezelf al uitglijden en achterover in het water vallen. Geen optimale uitkomst, zonder een setje droge kleren in mijn rugzak en nog verscheidene uren wandelen voor de boeg.
Op dat moment zijn we op een kwart van onze 38 kilometer lange wandeling door het Müllerthal, in het oosten van Luxemburg. Het is eind september en herfstkleuren zullen zich pas over een week of twee laten zien, dus in plaats daarvan worden we getrakteerd op een divers, groen kleurenpalet. Het zonlicht dat door het bladerdek schijnt biedt ons zo nu en dan zicht op wat de set van een sprookje had kunnen zijn. Maar waar 40 meter hoge rotswanden de stralen tegenhouden voordat deze het met stroompjes gevulde dal kunnen bereiken, ziet het pad er eerder uit als de perfecte plek voor een hinderlaag. Gedurende het Trias, zo’n 250 miljoen jaar geleden, vormden de zandsteenformaties die boven ons uittorenen nog de bodem van een tropische zee. Vulkanische activiteit bracht de zeebodem naar het oppervlak waardoor de zee verdween. Er begonnen rivieren te vloeien die zich een weg door de rotsen sneden. Op onze route komen we door water gecreëerde kloven tegen met gleuven die maar net breed genoeg zijn om doorheen te lopen.
Niet dat ik eeuwenoude, nauwe geologische passages nodig heb om in vast te lopen. Nee, de barrière waar ik continu tegenaan loop bevindt zich in mijn hoofd en weerhoudt me ervan om over de plas voor me te springen. Gaya, het derde lid van onze groep, loopt mijn kant op. “Ga je de sprong wagen?” Wanneer ik met Alexine en Gaya ben voelt het alsof zij namens mijn emoties spreken. Alexine is de meest verstandige en gereserveerde onder ons. Lopend op het puntje van haar tenen door de modder langs de rand van de plas bereikte ze de overkant zonder uit te glijden of een nat pak te halen. Gaya is altijd op zoek naar manieren om tegen de stroom in te zwemmen. Nu ziet ze er vastberaden uit om te testen hoe het met haar sprongkracht zit – al helemaal nadat Alexine besloot dit niet te doen. Maar dan richt ze haar blik op mij. Omdat ik de groep niet langer wil ophouden, verkies ik de veilige en verstandige optie en begin ik om het water heen te lopen.
Ik heb meteen spijt van mijn beslissing wanneer ik de eerste stap langs de rand van de plas zet. De reden van deze trip is om uitdagende meerdaagse tochten dicht bij huis te ontdekken en gewoonweg buiten te spelen. Het Müllerthal, een terrein dat uitnodigt tot het klimmen over rotsblokken en omgevallen boomstammen, blijkt een ware speelplaats voor wandelaars. Maar ik aarzel te veel om mee te doen. Dat is niet voor het eerst. Mijn gedachten dwalen af naar mijn jeugd, naar toen ik vier was en probeerde te fietsen. Hoewel ik wanhopig was het te leren, lukte het me maar niet om zonder zijwieltjes te rijden. Ondanks aanmoediging van mijn vader blokkeerde mijn hoofd elke keer dat ik een poging waagde, en viel ik van mijn fiets of stopte ik uit mezelf. Tot mijn beste vriend, die all-in ging met alles wat hij deed, langs mij racete en ik hem simpelweg volgde zonder na te denken. Vanaf dat moment waren zijwieltjes overbodig.
Het geluid van naderende voetstappen achter me, gedempt door de blaadjes op het wandelpad, brengt me terug naar het heden. Ik draai mijn hoofd net op tijd om te zien hoe Gaya, die was blijven staan terwijl ik naar de overkant liep, over het water scheert. Ze landt goed, op enkele centimeters van de gladde rand van de plas. Haar gezichtsuitdrukking zegt genoeg: “Jouw beurt!” Alexine slaakt een kreet van verbazing wanneer ik mijn rugzak op de grond leg en voorzichtig terugloop door de modder. Mijn besluiteloosheid heeft me tegengehouden dromen na te jagen, om bepaalde trips te ondernemen. Om over het water dat zich voor me uitspreidt te springen. Maar soms is een klein duwtje genoeg: bevestiging dat iets wat je graag zou doen, maar tot dat moment niet had gedurfd, inderdaad mogelijk is. Niet langer gedreven door aarzeling neem ik een aanloop…
…en ik spring.
Dit artikel is geschreven door Tjeerd Rienstra. Tjeerd droomt van klimexpedities in de jungle, maar schrijft net zo graag over wandelingen in de buurt van Nederland. Uitgerust met baard, man bun en een grote liefde voor avontuur schuwt hij de vergelijking met een Moderne Hippie niet. Voor meer (visuele) verhalen volg je hem op Instagram: @Tjeerdinho.