De winterzon schijnt op mijn warrige bol. Neil Young klinkt door mijn oortjes en zingt vol tederheid “Old man, look at my life, twenty four and there’s so much more”. Hoewel ik nog maar drieëntwintig lentes tel, raakt zijn stem mij. Want ja, meneer Young, je hebt gelijk: er is inderdaad zoveel te zien en te ontdekken in deze grote en toch kleiner wordende wereld.
De mensen die mijn gezichtsveld passeren lijken net zo over deze ontdekkingstocht te denken. Hun blikken zijn gericht op de toekomst, op hun telefoon of op een ontmoeting met de ander. Vanaf mijn bankje in Utrecht aanschouw ik het menselijk spel. De zonnestralen brengen mij bij mijn bewustzijn; een moment van kalmte valt er over mijn schouders. Op dit bankje en in gezelschap van meneer Young hoef ik helemaal nergens heen. Ik mag alleen maar even kijken. Kijken naar andermans leven.
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het issss… leegte. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het issss… focus. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het issss… verwarring. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het issss… snelheid. Zij zien het inderdaad niet, maar ik zie het wèl. Konden zij zichzelf maar zo zien, dacht ik bij mijzelf. Gehaast door het leven, nauwelijks contact met de buitenwereld en een persoonlijke ruimte waar je U tegen zegt. “Look at my life and you can tell it is true”. Het doet pijn aan mijn ogen om de huidige wereld zo te aanschouwen. Verdomme, meneer Young heeft weer gelijk: dit hele schouwspel is de waarheid waarin wij nu leven.
Wat als ik mij, het bankje en meneer Young verplaats naar India waar ik net van terug ben? Ik moet lachen als ik dit mij inbeeld. Een blond, westers meisje alleen op een bankje mét een koptelefoon op. Drie dingen die totaal niet kloppen aan het Indiase straatbeeld. Want daar, daar ben je niet blond, zit je niet alleen en al helemaal niet afgezonderd met een koptelefoon.
Waar wij westerlingen drie stappen richting de toekomst hebben uitgestippeld, berusten de Indiërs zich vooral op het feit dat het leven niet te controleren valt. Niet omdat het hen zo geleerd wordt, nee, omdat zij immers niet beter weten. Hun leven is met geen haar te vergelijken met onze gehaaste wereld. Het is daarmee ook niet beter of slechter; het is anders dan beide culturen gewend zijn. Mijn ontmoeting met de kleurrijke (over)bevolking, het ongestructureerde samenzijn, de geloofsovertuigingen en -rituelen maakt dat mijn hersenen de eerste dagen overuren maken. Ik merk dat ik in gevecht met mijn eigen gedachten raak; sinds ik India heb aangeraakt is mijn hoofd een vat vol tegenstrijdigheden. Ik word nageroepen en wil er op een leuke manier op ingaan, maar ik doe het niet uit zelfbescherming. Ik wil alle lekkere dingen van de straat eten, maar weet dat ik dan de rest van de reis meer op het toilet zal doorbrengen. Uit nieuwsgierigheid wil ik iedere tempel bezoeken, maar weet ook dat het mij al een dag kost om met het lokale transport überhaupt één tempel te bezoeken. En ik voel mij bekeken, maar man, ik word zo geraakt door hun manier van kijken.
Hun grote, bruine, of soms zelfs blauwe ogen vervullen mijn hart met warmte. Ze volgen iedere handeling die ik doe. En kijken vragend naar mijn manier van kleden, naar de telefoon die ik in mijn linkerhand houd en mijn spiegelreflexcamera in mijn rechterhand. Als ik mij daar bewust van word, vraag ik mijzelf eigenlijk ook af waarom ik alles door een lens wil bekijken en vastleggen. Ik besef mij dat ik mijn handen vol heb aan het in stand houden van mijn westerse instelling. Ik ben druk bezig met het vastleggen van het moment, zodat ik later kan nagenieten van dat wat ik toentertijd heb beleefd. Door mijn lens. En niet door mijn eigen ogen. In India gaat het om het nu en bestaat er geen later; het is de dag die nu voor ons als mens geldt. De Indiërs dwingen mij met hun nieuwsgierigheid te gaan kijken vanuit mijn eigen ogen en ik besluit mij daar volledig aan over te geven.
Ogen vertellen ons het verhaal van gedachten en het lichaam. In India heb ik zelfs het gevoel dat sommige ogen een verhaal vertellen van een eerdere kennismaking. Het doet mij denken aan een Sciencefictionfilm die ik jaren geleden heb gezien, I Origins. Een film waarin een wetenschapper beweert dat irissen met hetzelfde type DNA vaker terug kunnen komen in het leven (reïncarnatie) en dus hetzelfde reageren op dingen die eerder zijn gezien en ervaren. Een deel van deze film speelt zich af in India waar hij in de mensenmassa op zoek gaat naar dezelfde ogen als van zijn overleden vriendin.
De rauwe stem van Neil Young komt bij mij terug: “.. take a look at my life, I’m a lot like you”. Inbeelden hoe mijn leven er normaliter uitziet, is haast onmogelijk voor de Indiërs. Toch voel ik bij iedere blik die ik met hen deel, dat er een verbinding ontstaat. Zonder elkaar in woorden te kunnen begrijpen, begrijpen de gevonden ogen elkaar. Er is contact. Wanneer dit gedurende de reis steeds vaker voorkomt, de momentjes waarbij ik mij door oogcontact begrepen en gerespecteerd voel, bekruipt mij ook een gevoel van gemis en leegte als ik aan de ogen in Nederland denk.
Waar ieder mens op deze aarde een uniek paar ogen heeft en zijn eigen universum heeft gecreëerd, voelt het alsof in Nederland deze ogen langs elkaar heen leven. We zien, maar kijken niet. Verklaard dit de schreeuw naar aandacht in onze huidige maatschappij? Waarbinnen we graag gezien willen worden via media als Instagram en Facebook? Een maatschappij waarin we ons ook steeds meer alleen voelen, zelfs wanneer je duizenden volgers hebt die jou graag zien. De schreeuw wordt alsmaar groter, maar brengt ons nog verder buiten onszelf. Omdat we niet meer weten wat ècht kijken is.
Kijken is de bewuste aandacht van direct zien, vertelt het internet mij. Iets dat ik mij ook besefte op het bankje in Utrecht. Mindful keek ik om mij heen en liet ik al mijn waarnemingen over mij heen komen. Ik probeerde de blikken te vangen, net als toen ik dat deed in India. Soms glimlachte ik, maar helaas, mijn ogen werden hier niet beantwoord en ik kreeg er een eenzaam gevoel van. Ik wilde op het bankje gaan staan en heel hard “HALT” roepen. Ik wilde een pleidooi houden waarin ik verkondig dat we elkaar gewoon weer gaan aankijken, begroeten en glimlachen naar elkaar. Precies zoals men dat ook in Australië of Nieuw-Zeeland doet met hun “G’day mate, how are ya?!”. Dat is waar ik mij aan opwarm en niet aan de kilheid waarmee wij elkaar in Nederland mee voorbijlopen.
Heel soms dan stap ik bewust eerder een treincoupé binnen om vervolgens door de trein te lopen en een zitplaats te vinden. Deze korte wandeling geeft precies een weerspiegeling van de huidige, westerse maatschappij. Want als het even kan, zoeken we allemaal een plekje waar niemand zit. We pakken onze telefoon erbij, buigen ons over een shitload aan nieuws en zetten onze scrol-duim aan het werk. Heb je je weleens afgevraagd wie er tegenover je heeft gezeten gedurende jouw treinrit? Misschien was het wel een persoon met een boeiend verhaal of de liefde van je leven? Juist omdat we niet meer bewust om ons heen kijken, raken we nog meer verwijderd van elkaar. Terwijl we natuurlijk zelf beweren dat onze bezigheden op dat moment, het checken van duizend berichten, het (af)keuren van de ander op Tinder, het uploaden van foto’s en filmpjes op Instagram en Facebook, ons meer inzicht over onszelf geven dan ooit te voren.
Naar mijn weten is dit de grootste paradox van deze tijd. Er schuilt namelijk zoveel schoonheid in het bewust aanwezig zijn in een moment. In het nu, precies zoals de Indiërs met hun blik verkondigen.
Ik droom van meer ’nu’s’ in Nederland. Een moment waarbij we de afleiding, onze verslaving, laten voor wat het is, en om ons heen gaan kijken. Bekijk jouw medemens eens, zie jouw voorbijganger tegemoet op het station en omarm de ontmoeting, de interactie, met de ander. Ik geloof dat wanneer je op deze manier contact durft te maken met de ander, je uiteindelijk contact kan maken met jouw eigen zelf. Precies zoals dit mij overkwam in India. Die schreeuw naar aandacht die we online (onbewust) verkondigen, blijkt dan helemaal niet meer zo belangrijk als dat wij onszelf hebben wijsgemaakt.
Mindful om je heen kijken is niet meer dan stilstaan, jezelf ruimte in het hoofd gunnen en en je omgeving aanschouwen. Het moment is bijna te vergelijken met mediteren. Ik ben om die reden dan ook heel benieuwd hoe jij, als lezer, om je heenkijkt:
Wat heeft je doen besluiten om te gaan kijken?
Waar heb je gekeken?
Wat heb je ervaren door te kijken met eigen ogen?
Wat heeft het je gegeven?
Laten we samen meer kijken! Het leidt, naar mijn mening, tot meer verbinding met de ander, onszelf en onze omgeving. EYE SEE YOU!
Dit artikel is geschreven door Xantoucha naar aanleiding van haar belevenissen in India en Nepal