Kristalhelder water. Prachtige zonsondergangen. Overweldigende natuur. Een vakantie op het Griekse eiland Corfu laat me herinneren dat we eigenlijk niet veel nodig hebben. Het juist gaat om de pure, simpele dingen, die me weer ‘compleet’ laten voelen.
Maar er ging wat aan vooraf voordat ik dit kon realiseren. Voordat ik aankwam en ook maar íets wist over het eiland, had ik het graag van een vreemde gehoord: je doet er goed aan je mentaal voor te bereiden op de ‘achtbaan’ die Corfu heet: wegen die rechtdoor gaan, kennen ze hier niet. Om de paar honderd meter moet je weer links- of rechtsaf om op je volgende bestemming uit te komen. Enkele kilometers rijden duurt daarom een stuk langer dan jezelf (of Google Maps) inschat – je doet er goed aan niet teveel activiteiten op een dag te (willen) doen. Een ding staat vast: op Corfu moet je – juist vanwege die wegen – wel even goed weten waar je moet zijn. Om het je iets makkelijker te maken, deel ik in dit artikel de fijnste plekjes met je.
De ‘natuurlijke’ hotspots bevinden zich in het noorden
Doordat de ‘natuurlijke’ hotspots zich bevinden in het noorden én de afstanden dus langer zijn dan je van tevoren denkt, is dit een aantrekkelijk gebied om te verblijven. Toen ik vroeger op vakantie ging met m’n ouders deden we aan het ‘om en om’ principe: een dag rusten, een dag eropuit. Dat principe zou ik ook zeker aanraden op dit mooie eiland. Je kunt er fantastisch op uit gaan, maar ook heerlijk een hele dag luieren en tot rust komen.
Acharàvi is wellicht niet een charmant dorpje, maar heeft toch wel iets gezelligs. Vrijwel alle winkels, bars en tavernes in Acharàvi zijn aan de brede hoofdweg te vinden. Een persoonlijke favoriet hier is Lemon Garden Restaurant, waar je de brede hoofdweg opeens niet meer hoort en je omringt bent door citroen-, sinaasappel- en granaatappelbomen. Op het strand van Acharàvi kan je diverse beach bars vinden, waarvan ik erg graag bij Tierra Del Fuego kwam. Je vindt er heerlijke ligbedden én eten. Absolute aanrader: de ‘courgette balls’. Je vindt ze nergens op het eiland zó lekker.
Bij een vakantie op Corfu mag een bezoekje aan Cape Dastris eigenlijk niet missen. De weg naar de kaap is wellicht wat verwarrend: waar de weg opeens ophoudt en overgaat op een zandweg, kan je nog een flink stuk doorrijden met de auto (in principe tot helemaal beneden). Je hoeft er niet per se naartoe te gaan voor een dip in het water; je gaat er eigenlijk vooral naartoe voor het uitzicht. Mocht je toch wat langer willen blijven, dan is het leuk een boot te pakken naar een naburig strandje waar je niet te voet of per auto kunt komen. De échte pareltjes van het eiland, vind je namelijk op die manier.
“Een pad van circa 400 meter lang, dat je langs diverse prachtige baaien, ministrandjes en rotsachtige schiereilandjes voert.”
Combineer een bezoek aan Cape Dastris vervolgens met een bezoek aan Sidári: een bolwerk van voornamelijk Britse vakantiegangers. Wat is dan de reden waarom je hier toch écht naartoe moet? Canal d’Amour. Een pad van circa 400 meter lang, dat je langs diverse prachtige baaien, ministrandjes en rotsachtige schiereilandjes voert. Bizar maar waar: je vindt overal barretjes, restaurantjes en ligbedden tussendoor, dus daar moet je even doorheen zien te prikken. Blijf dus vooral richting de zee kijken. Het is een must om hier een paar uur rondom de zonsondergang te zijn, want tijdens ‘golden hour’ op de kliffen vergeet je direct alles om je heen.
Tip! Om volledig te kunnen genieten van de natuur in Sidári, sliep ik hier een nachtje bij Del Mare Beach Hotel – een relatief modern hotel. Heerlijk wakker worden: mediteren op deze kliffen waar – voor even – nog geen toerist te bevinden was.
“Neem ook een goed kijkje naar de vorm van de eilanden: zie jij ook een krokodil en schildpad in het water liggen?”
Waar je echter gerust een gehele dag kunt spenderen is in de omgeving van Afiónas en Porto Timoni. Dat laatste is werkelijk een spektakel voor het oog. Om er te komen rijd je richting het dorpje van Afiónas, dat op een bergrug ligt en slechts 290 inwoners telt. Je vindt er niet veel – geen museum, geen kerk – maar alleen al vanwege de schattige bloemrijke hoekjes is een klein wandelingetje door het dorpje toch de moeite waard. Vanaf Afiónas lopen twee verschillende paden richting Porto Timoni, ookwel bekend als ’twin bay beach’. De wandeling is circa 30-40 minuten en loopt op sommige delen steil naar beneden, waardoor goed schoeisel (op z’n minst goede slippers) een vereiste is. Halverwege de hike – waar je meestal wel een groepje mensen ziet staan – moet je even stoppen in verband het prachtige uitzicht op de twee stranden. Eenmaal beneden kun je afwisselend in de baaien van Ágios Geórgios Págon en Aríllas zwemmen. Helaas is het geen onontdekt stukje eiland meer, waardoor het nog lastig kan zijn een stukje (kiezel)strand te vinden waar je rustig kan liggen. Neem voldoende water en eten mee (op het strand is er niets te verkrijgen) en ga vervolgens lekker veel het water in. Vlak voor zonsondergang is het de moeite waard weer naar boven te klimmen en een hapje te eten bij Ánemos, waar je kunt genieten van een wijds uitzicht tot aan de Diapontische Eilanden. Neem daar dan ook een goed kijkje naar de vorm van de eilanden: zie jij ook een krokodil en schildpad in het water liggen?
In het noorden vind je ook het charmante vissersdorpje Kassiopi, waar je gerust weer een dag kunt spenderen. De combinatie van het schattige dorpsgevoel met haar plein en gezellige restaurantjes aan het water én het prachtige Batería en Kanoni Beach zijn zeker de moeite waard om een combinatie ‘lekker aan zee’ te combineren met een gezellig hapje uit eten.
Uitzicht op Albanië
Wil je dieper het eiland ingaan en ‘the road less traveled’ nemen, dan kan ik aanraden een jeepsafari bij Sunspots te boeken. Op die manier kom je op de meest wilde wegen in het binnenland, rijd je bergdorpjes in waarvan je niet voor mogelijk had kunnen houden dat die überhaupt bestaan en kijk je geregeld uit over het groene berglandschap. De jeepsafari brengt je ook naar Pantokrátor, een 906 m hoge berg, waardoor Corfu aan je voeten ligt en je o.a. uitzicht hebt op Albanië.
Och man – tijd tekort. Zóveel moois te ontdekken en te doen. Corfu is een eiland waar niet voor niets de meeste mensen graag nóg eens naartoe gaan.
Ook een goed idee
Corfu-stad mag eigenlijk ook zeker niet ontbreken aan je bezoek aan Corfu. Mocht je meer van het eiland willen ontdekken, kan een verblijf ergens rondom Corfu-stad of het zuiden geen slecht idee zijn. Vanuit daar bereik je kustplaats Paleokastritsa, het Achíllion en het minder bekende zuiden namelijk ook een stukje beter. Zo verbleef ik o.a. in het Christina Hotel en de Christina Beachfront Rooms in het zuiden – basic hotels, maar écht een verademing om te zijn ten opzichte van het drukke noorden. Er is bijna geen toerist te vinden. Hier kom je pas écht tot rust.
Tip!
Ik huurde voor deze trip een auto bij Sunny Cars, waar ik fan van ben in verband met hun all-in formule (en voor een extra veilig gevoel zorgt bij chaotische wegen). Als je bij Sunny Cars een auto huurt, hoef je geen extra verzekeringen af te sluiten, maak je geen verborgen kosten én heb je ter plaatse geen gedoe. Als je kiest voor het Premium servicepakket krijg je bovendien voorrang bij het ophalen van de auto, ligt het huurcontract al klaar en hoef je enkel nog te ondertekenen, doordat je vooraf alles hebt ingevuld. Hierdoor gaat alles sneller en kan je binnen no-time de auto instappen. Met een huurauto zorg je voor veel vrijheid tijdens je trip, echter zorgt een huurauto ook voor uitstoot. Wat ik daarom extra fijn vind, is dat ik m’n autohuur voor deze trip heb kunnen compenseren bij Greenseat, waar Sunny Cars mee samenwerkt.
Bekijk ook mijn IGTV ‘visual postcard’ van mijn trip op Corfu:
Dit bericht bekijken op InstagramEen bericht gedeeld door Zoë // Wild & Free (@professionalwildchild) op
Meer inspiratie opdoen in het kader van duurzaam reizen?
Lees dan ook: